8. wijst nadrukkelijk op de directe verantwoordelijkheid van de lidstaten om onrechtmatig uitgekeerde middelen terug te vorderen; herhaalt haar aanbeveling aan de Commissie om in gevallen van ernstige onregelmatigheden tussentijdse betalingen aan lidstaten op te schorten en erkent de noodzaak van het nemen van passende maatregelen wanneer de beheerscontrolesystemen van een lidstaat tekortkomingen vertonen; herinnert eraan dat fraude en onregelmatigheden schade toebrengen aan het werk van de Europese Unie en met name aan structuurprojecten;
8. betont die direkte Verantwortung der Mitgliedstaaten für die Wiedereinziehung von Geldern, deren Zahlung Unregelmäßigkeiten aufweist; appelliert erneut an die Kommission, Zwischenzahlungen an die Mitgliedstaaten auszusetzen, falls schwere Unregelmäßigkeiten festgestellt werden; erkennt die Notwendigkeit an, auf unzulängliche Verwaltungskontrollsysteme in den Mitgliedstaaten angemessen zu reagieren, und weist darauf hin, dass Betrügereien und Unregelmäßigkeiten der Tätigkeit der Europäischen Union und insbesondere den Projekten für Strukturmaßnahmen abträglich sind;