Op strafbare feiten die verband houden met middelen welke naar hun aard bestemd zijn voor de vervaardiging van valse munt of met bestanddelen van munt ter beveiliging tegen vervalsing (artikel 3, lid 1, onder d)) is in alle gevallen de wetgeving van de lidstaten van toepassing, hetzij in de vorm van specifieke strafbare feiten, hetzij in de vorm van meer algemene begrippen.
Die Straftaten im Zusammenhang mit den Verfahren, die zur Herstellung von Falschgeld geeignet sind, und den Bestandteilen, die zur Sicherung gegen die Fälschung von Geld dienen (Artikel 3 Absatz 1 Buchstabe d) des Rahmenbeschlusses), sind in allen Mitgliedstaaten durch Rechtsvorschriften -- als spezifische strafbare Verhaltensweisen oder allgemeiner gefasste Konzepte oder Begriffe -- abgedeckt.