V. overwegende dat „de bescherming van het besluitvormingsproces” de mees
t aangehaalde reden vormt voor het maken van een uitzondering en dat de Commissie en de Raad deze
reden bij eerste verzoeken opgeven (Commissie: 17% in 2011 en 20% in 2012; Raad: 41% in 2011 en in 2012); overwegende dat „de bescherming van internationale betrekkingen” op de tweede plaats komt van
de door de Raad het meest aangehaalde redenen; overwegende dat het Parlement het vaakst „de beschermin
...[+++]g van de individuele privacy en integriteit” inroept om een uitzondering te maken;
V. in der Erwägung, dass die seitens der Kommission und des Rates bei Erstanträgen am häufigsten in Anspruch genommene Ausnahme mit dem „Schutz des Entscheidungsprozesses“ begründet wird (Kommission: 17 % im Jahr 2011 und 20 % im Jahr 2012; Rat: sowohl im Jahr 2011 als auch im Jahr 2012 je 41%); in der Erwägung, dass „der Schutz des öffentlichen Interesses im Hinblick auf [.] die internationalen Beziehungen“ seitens des Rates am zweithäufigsten als Begründung angeführt wurde; in der Erwägung, dass im Falle des Parlaments die am häufigsten angeführte Ausnahme der „Schutz der Privatsphäre und der Integrität des Einzelnen“ war;