124. wijst erop dat het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, de woning en de bescherming van persoonlijke gegevens een grondrecht vormt dat door de overheid moet worden beschermd en dat eventuele maatregelen met betrekking tot de observatie of het afluisteren van personen met strikte eerbiediging van deze rechten en met gerechtelijke waarborg moeten worden genomen;
124. verweist darauf, daß das Recht auf Achtung der Privatsphäre, der Wohnung und den Schutz der personenbezogenen Daten Grundrechte darstellen, zu deren Schutz die Staaten verpflichtet sind, und daß deshalb jede optische oder akustische Überwachung unter strengstmöglicher Achtung dieser Rechte und mit den entsprechenden richterlichen Garantien beschlossen werden muß;