Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aanbod
Bezettingsgraad prognosticeren
Bezettingsgraad voorspellen
Effectieve vraag
Geaggregeerde vraag
Instructies van de artistiek directeur volgen
Instructies van de artistiek regisseur volgen
Kamervraag
Mondelinge vraag
Parlementaire vraag
Richtlijnen van de artistiek directeur volgen
Richtlijnen van de artistiek regisseur volgen
Totale vraag
Vraag
Vraag en aanbod
Vraag met verzoek om mondeling antwoord
Vraag naar producten inschatten
Vraag naar producten voorspellen
Vraag prognosticeren
Vraag voorspellen

Traduction de «vraag zou volgens » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
effectieve vraag | geaggregeerde vraag | totale vraag

Gesamtnachfrage


parlementaire vraag [ kamervraag ]

parlamentarische Anfrage [ große Anfrage | kleine Anfrage ]


richtlijnen van de artistiek directeur volgen | richtlijnen van de artistiek regisseur volgen | instructies van de artistiek directeur volgen | instructies van de artistiek regisseur volgen

den Anweisungen des künstlerischen Direktors folgen


vraag prognosticeren | vraag voorspellen | bezettingsgraad prognosticeren | bezettingsgraad voorspellen

Belegung schätzen | Belegungsanspruch voraussehen | Belegungsnachfrage prognostizieren | Belegungsnachfrage voraussehen


vraag naar producten inschatten | vraag naar producten voorspellen

Prognose für Produktnachfrage erstellen


vraag en aanbod [ aanbod | vraag ]

Angebot und Nachfrage [ Angebot | Nachfrage ]




vraag met verzoek om mondeling antwoord | vraag met verzoek om mondeling antwoord gevolgd door een debat

Anfrage zur mündlichen Beantwortung | Anfrage zur mündlichen Beantwortung mit Aussprache


deugdelijke en onderling vergelijkbare aanbiedingen,gedaan overeenkomstig de vraag | regelmatige en onderling vergelijkbare offertes overeenkomstig de vraag

formgerechte,vorschriftsmäßige und vergleichbare Angebote
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Volgens de Ministerraad zou de prejudiciële vraag geen antwoord behoeven, omdat zij op een verkeerd uitgangspunt zou berusten.

Nach Darlegung des Ministerrates bedürfe die Vorabentscheidungsfrage keiner Antwort, da sie auf einem falschen Ausgangspunkt beruhe.


Volgens de Vlaamse Regering zou de prejudiciële vraag niet ontvankelijk zijn, in zoverre zij het Hof uitnodigt om de in het geding zijnde bepaling aan artikel 16 van de Grondwet te toetsen, terwijl van een onteigening van het resterende gedeelte geen sprake zou zijn.

Nach Darlegung der Flämischen Regierung sei die Vorabentscheidungsfrage unzulässig, insofern der Gerichtshof darin gebeten werde, die fragliche Bestimmung anhand von Artikel 16 der Verfassung zu prüfen, während von einer Enteignung des verbleibenden Teils nicht die Rede sein könne.


B.3. Volgens alle tussenkomende partijen voor het Hof zou de prejudiciële vraag op een verkeerde interpretatie van de in het geding zijnde bepaling berusten, aangezien artikel 2 van de in het geding zijnde ordonnantie niet van toepassing zou zijn op de schoolgebouwen die eigendom zijn van de Franse Gemeenschap of van de publiekrechtelijke personen die eronder ressorteren.

Nach Darlegung sämtlicher vor dem Gerichtshof intervenierenden Parteien beruhe die Vorabentscheidungsfrage auf einer falschen Auslegung der fraglichen Bestimmung, da Artikel 2 der fraglichen Ordonnanz nicht auf Schulgebäude anwendbar sei, die Eigentum der Französischen Gemeinschaft oder der ihr unterstehenden juristischen Personen des öffentlichen Rechts seien.


Volgens de Ministerraad behoeft de prejudiciële vraag evenmin een antwoord in zoverre daarin de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens wordt aangevoerd, vermits het Hof slechts een schending van die verdragsbepaling zou kunnen vaststellen indien de in het geding zijnde bepaling het recht op een eerlijk proces en de rechten van verdediging a priori dermate beperkt dat zij onmogelijk daarmee in overeenstemming kan zijn.

Nach Darlegung des Ministerrates bedürfe die Vorabentscheidungsfrage ebenfalls keiner Antwort, insofern darin ein Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention angeführt werde, da der Gerichtshof nur einen Verstoß gegen diese Vertragsbestimmung feststellen könne, wenn in der fraglichen Bestimmung das Recht auf ein faires Verfahren und die Rechte der Verteidigung a priori derart begrenzt würden, dass sie unmöglich damit übereinstimmen könne.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 20 april 2016 in zake de Belgische Staat tegen de nv « Etablissements Jean Wust », in aanwezigheid van de nv « CBC Banque », en in zake de nv « Etablissements Jean Wust » tegen de nv « CBC Banque », in aanwezigheid van de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 mei 2016, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 251 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (thans artikel 346 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992), zoals van toepassing op ...[+++]

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 20. April 2016 in Sachen des belgischen Staates gegen die « Etablissements Jean Wust » AG, in Anwesenheit der « CBC Banque » AG, und in Sachen der « Etablissements Jean Wust » AG gegen die « CBC Banque » AG, in Anwesenheit des belgischen Staates, dessen Ausfertigung am 4. Mai 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 251 des Einkommensteuergesetzbuches 1964 (jetzt Artikel 346 des Einkommensteuergesetzbuches 1992) in der au ...[+++]


De omstandigheid dat artikel 17, tweede lid, van de wet van 11 april 1995 niet van toepassing zou zijn op herzieningsbeslissingen genomen door instellingen van privaatrecht, zou, volgens de in de prejudiciële vraag bekritiseerde interpretatie, voortvloeien uit de vaststelling dat voormelde beslissing geen « verbindend en uitvoerbaar karakter » heeft.

Der Umstand, dass Artikel 17 Absatz 2 des Gesetzes vom 11. April 1995 nicht auf Revisionsbeschlüsse anwendbar wäre, die von privatrechtlichen Einrichtungen gefasst worden seien, würde sich gemäss der in der präjudiziellen Frage bemängelten Auslegung aus der Feststellung ergeben, dass der obenerwähnte Beschluss keinen « verbindlichen und vollstreckbaren Charakter » habe.


De Vlaamse Regering daarentegen is van mening dat het door de verwijzende rechter gemaakte onderscheid niet bestaat, aangezien de door de tweede zin van voormeld artikel 6 opgelegde vervaltermijn volstrekt vreemd is aan de in hoofdstuk IV vermelde rechten van verdediging. De prejudiciële vraag zou volgens de Vlaamse Regering dan ook moeten worden verfijnd tot de vraag of het opleggen van een vervaltermijn op zich tot een discriminatoir onderscheid zou leiden.

Die Flämische Regierung sei hingegen der Ansicht, dass der durch den Verweisungsrichter vorgenommene Unterschied nicht bestehe, da die im zweiten Satz des obengenannten Artikels auferlegte Ausschlussfrist absolut nichts mit den in Kapitel IV angegebenen Rechten der Verteidigung zu tun habe. Die präjudizielle Frage müsse denn auch der Flämischen Regierung zufolge auf die Frage reduziert werden, ob das Auferlegen einer Ausschlussfrist an sich zu einem diskriminierenden Unterschied führen würde.


In zoverre de vraag het stelsel voortvloeiend uit artikel 187 van het Wetboek van Strafvordering vergelijkt met het stelsel dat voortvloeit uit het voormelde koninklijk besluit van 15 september 1994, zou zij het Hof ertoe verplichten de grondwettigheid van een reglementaire handeling te toetsen, wat niet tot zijn bevoegdheid behoort; de vraag zou derhalve, wat dat besluit betreft, volgens de Ministerraad « zonder voorwerp » zijn.

Insofern die Frage das sich aus Artikel 187 des Strafprozessgesetzbuches ergebende System mit demjenigen vergleiche, das sich aus dem genannten königlichen Erlass vom 15. September 1994 ergebe, zwinge sie den Hof, die Verfassungsmässigkeit eines Verordnungsaktes zu prüfen, was nicht zu seinem Zuständigkeitsbereich gehöre; in bezug auf diesen Erlass sei die Frage somit nach Auffassung des Ministerrates « gegenstandslos ».


De verzoekers voeren daarnaast ook aan dat zij, in het kader van de procedures die door hen voor de Raad van State aanhangig zijn gemaakt, hebben gevraagd dat aan het Arbitragehof een prejudiciële vraag zou worden gesteld over de grondwettigheid van artikel 10, 1° en 2°, van de wet van 12 december 1997, dat de twee voormelde koninklijke besluiten van 24 juli 1997 bekrachtigt, die volgens hen onregelmatig zijn; de overname, met terugwerkende kracht, van de inhoud van die besluiten door de betwiste wetten zou interfereren met de proced ...[+++]

Die Kläger machen jedoch anschliessend auch geltend, dass sie im Rahmen der von ihnen vor dem Staatsrat anhängig gemachten Verfahren beantragt haben, dem Schiedshof eine präjudizielle Frage zu stellen über die Verfassungsmässigkeit von Artikel 10 Nrn. 1 und 2 des Gesetzes vom 12. Dezember 1997, der die zwei obengenannten, ihrer Auffassung nach unregelmässigen königlichen Erlasse vom 24. Juli 1997 bestätigt; mit der rückwirkenden Übernahme des Inhalts dieser Erlasse durch die angefochtenen Gesetze würde in die von den Klägern anhängig gemachten Verfahren und ihren Antrag auf eine präjudizielle Frage eingegriffen werden.


De door de verzoeker voor de Raad van State in zijn memorie met verantwoording uiteengezette overwegingen - volgens welke de auditeur in een verslag over een ander verzoekschrift tot vernietiging dan datgene dat aanleiding heeft gegeven tot de hier onderzochte prejudiciële vraag, zou hebben geoordeeld dat artikel 25, § 2, van de wet van 13 juli 1976 zou zijn afgeschaft voor sommige officieren uit het tijdelijk kader - zijn zonder pertinentie : de beslissing op grond waarvan aan het Hof de vraag wordt gesteld, vermeldt immers dat « hoe ...[+++]

Die von der vor dem Staatsrat klagenden Partei in ihrem Begründungsschriftsatz geäusserten Erwägungen - denen zufolge der Auditor in einem Bericht über eine andere Nichtigkeitsklageschrift als diejenige, die zu der im vorliegenden Fall untersuchten präjudiziellen Frage Anlass gegeben hat, geurteilt hätte, dass Artikel 25 § 2 des Gesetzes vom 13. Juli 1976 für bestimmte Offiziere des zeitweiligen Kaders aufgehoben worden wäre - sind unerheblich, denn die Entscheidung, auf deren Grundlage dem Hof die Frage unterbreitet wird, erwähnt nämlich, dass « obwohl diese Bestimmung durch Artikel 59 5° des Gesetzes vom 21. Dezember 1990 über die Rech ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vraag zou volgens' ->

Date index: 2024-11-16
w