D
e wetgever zou de vrijheid van handel en nijverheid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, d
erde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen slechts schenden, indien h
ij die vrijheid zou beperken zonder dat daartoe enige noodzaak bestaat of indien die beperking totaal onevenredig zou zijn met he
...[+++]t nagestreefde doel of aan dat beginsel op zodanige wijze afbreuk zou doen dat de economische unie en monetaire eenheid erdoor in het gedrang komt.