10. herinnert eraan dat de in het UPOV-
verdrag vastgelegde vrijstelling voor landbouwers met name belangrijk is voor ontwikkelingslanden, omdat deze landbouwers in staat stelt zaden van kweekprod
ucten te bewaren en opnieuw in te zaaien voor gebruikelijke voedingsdoelstellingen (wat bijdraagt aan de voedselzekerheid); betreurt echter dat, hoewel het in het belang van ontwikkelingslanden is vrijstellingen van kwekersrechten te behouden en uit te breiden, de rechten van landbouwers in opeenvolgende hervormingen van het UPOV-verdrag zijn
...[+++] afgezwakt;
10. erinnert daran, dass Ausnahmeregelungen für Landwirte nach dem UPOV-Übereinkommen von besonderer Bedeutung für Entwicklungsländer sind, weil sie den Landwirten die Möglichkeit einräumen, Saatgut aus Neuzüchtungen aufzubewahren und für ihre Ernährung wieder auszusäen (wodurch die Ernährungssicherheit verbessert wird); bedauert jedoch, dass es zwar im Interesse der Entwicklungsländer wäre, Ausnahmeregelungen bezüglich der Rechte von Pflanzenzüchtern beizubehalten und zu erweitern, die Rechte der Landwirte in mehreren aufeinander folgenden Reformen des UPOV-Übereinkommens jedoch geschwächt wurden;