De verzoekende partijen verwijten de bestreden bepaling voorts een discriminatie in te voeren die in strijd is met de artikelen 45, 46 en 56 van het VWEU ten aanzien van de kunstenaars die in een andere lidstaat van de Unie zijn gevestigd en tijdelijk in België een artistieke activiteit komen uitoefenen, in zoverre de Belgische sociale zekerheid op hen van toepassing is op grond van de Europese reglementen.
Die klagenden Parteien bemängeln außerdem, dass durch die angefochtene Bestimmung eine im Widerspruch zu den Artikeln 45, 46 und 56 des AEUV stehende Diskriminierung eingeführt werde gegenüber in einem anderen Mitgliedstaat der Union niedergelassenen Künstlern, die zeitweilig in Belgien eine künstlerische Tätigkeit ausübten, insofern die belgische Sozialversicherung kraft der europäischen Verordnungen auf sie anwendbar sei.