Het Hof beperkt zijn onderzoek tot de kritiek dat, enerzijds, de bestreden bepaling artikel 6, § 1, III, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen zou schenden doordat zij de gewesten zou toestaan te preciseren welke wapens jagers voorhanden mogen hebben zonder vergunning en, anderzijds, die schending van de bevoegdheidverdelende regels tevens een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet met zich zou meebrengen doordat de
Belgen een recht op wapenbezit zouden kunnen genieten dat verschilt naar gelang van het gewest waarin zij hun domicilie hebben en doordat de houders van buitenlandse jachtv
...[+++]erloven die in België geldig zijn, ook wapens voorhanden zouden mogen hebben waarvan het voorhanden hebben voor de houders van een gewestelijk jachtverlof zou zijn verboden.Der Hof beschränkt seine Prüfung auf die Kritik, dass einerseits die angefochtene Bestimmung gegen Artikel 6 § 1 III Nr. 5 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen verstosse, indem sie es den Regionen erlaube, zu präzisieren, welche Waffen Jäger ohne Erlaubnis in Besitz haben dürften, und andererseits dieser Verstoss gegen die Regeln der Zuständigkeitsverteilung gleichzeitig einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung mit sich bringe, da die Be
lgier ein Recht auf Waffenbesitz geniessen könnten, das unterschiedlich sei je nach der Region, in der sie ihren Wohnsitz hätten, und die Inhaber ausländisch
...[+++]er Jagdscheine, die in Belgien gültig seien, auch Waffen in Besitz haben dürften, deren Besitz für die Inhaber eines regionalen Jagdscheins verboten sei.