2. Bovendien worden alle vervoersondernemers die in de Lid-Staat van vestiging, overeenkomstig de wetgeving van die Staat gemachtigd zijn het beroepsgoederenvervoer over de weg te verrichten dat genoemd wordt onder de punten 1, 2 en 3 van de bijlage van de eerste richtlijn (5), onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden toegelaten tot het verrichten van, naar gelang van het geval, gelijkaardig cabotagevervoer of cabotagevervoer met voertuigen van dezelfde categorie.
(2) Jeder Unternehmer, der im Mitgliedstaat der Niederlassung in Übereinstimmung mit dessen Rechtsvorschriften berechtigt ist, den in den Nummern 1, 2 und 3 des Anhangs der Ersten Richtlinie (5) genannten gewerblichen Güterkraftverkehr durchzuführen, ist unter den Bedingungen dieser Verordnung berechtigt, die Kabotage der gleichen Art bzw. die Kabotage mit Fahrzeugen der gleichen Kategorie durchzuführen.