Vertaling van "weiden en grasland " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

eg om weiden te verjongen | egge om weiden te verjongen
Wiesenegge

alpien en boreaal grasland | toendra-grasland
boreo-alpines Grasland

mager grasland | onproduktief grasland | weide met geringe opbrengst
ertragsarme Weide | Futterbau

Het laten weiden in zee
Seeweide

toegang tot weiden
Weidezugang

grasland [ grote weide | weideland | weiland ]
Grünland [ Viehweide | Weideland | Wiesenland ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Het stelsel wil in de eerste plaats bijdragen aan milieudoelstellingen, maar ondersteunt ook jonge landbouwers en wil een positief effect sorteren op weiden en grasland.
Neben der Ausrichtung auf Umweltziele sieht das System auch eine Förderung für Junglandwirte vor und soll sich günstig auf Weid- und Grünland auswirken.

i) "grassen of andere kruidachtige voedergewassen".: alle kruidachtige planten die in de lidstaat traditioneel in natuurlijk grasland voorkomen of normaliter in zaadmengsels voor grasland worden opgenomen, ongeacht of het betrokken grasland voor het weiden van dieren wordt gebruikt.
"Gras oder andere Grünfutterpflanzen" alle Grünpflanzen, die herkömmlicherweise in natürlichem Grünland anzutreffen oder normalerweise Teil von Saatgutmischungen für Weideland oder Wiesen in dem Mitgliedstaat sind, unabhängig davon, ob die Flächen als Viehweiden genutzt werden.

De locatie omvat laagvenen, ruigten met moerasspirea, pijpestrootjes-grasland en vochtige weiden, habitats van soorten als blauwe vuurvlinders, grauwe klauwieren en klapeksters.
Das Gebiet umfasst Niedermoore, Hochstaudenfluren mit echtem Mädesüß, Pfeifengraswiesen und Feuchtwiesen, Lebensräume für Arten wie den blauschillernden Feuerfalter, den Neuntöter und den Raubwürger.

35. vraagt de lidstaten om gebruik te maken van de tweede pijler van het GLB om premies toe te kennen voor landbouwactiviteiten voor het onderhoud van weiden, permanent grasland en beboste percelen, en daarmee een bijdrage tot de productie van openbare goederen te leveren (opslag van kooldioxide, biodiversiteit, bescherming van de bodem); vraagt de Commissie om het behoud van braakland als prioriteit te beschouwen;
35. fordert die Mitgliedstaaten auf, den zweiten Pfeiler der GAP zu nutzen, um für landwirtschaftliche Tätigkeiten, die der Erhaltung von Wiesen, Dauerweideland und Waldgebieten dienen, Prämien zu vergeben, und damit einen Beitrag zur Schaffung öffentlicher Güter (Speicherung von CO2, biologische Vielfalt, Erhaltung der Böden) zu leisten; fordert die Kommission auf, die Erhaltung des Grünlandes als Priorität zu behandeln;

19. wijst op de functie die de Europese landbouwbevolking vervult in de strijd tegen bodemerosie en woestijnvorming en vraagt om erkenning van de cruciale rol die de Europese producenten spelen voor het behoud van het plantendek van gebieden die getroffen worden door aanhoudende droogte of die worden bedreigd door met de wind meegevoerd zand; benadrukt de voordelen van met name blijvende gewassen, boomgaarden en wijngaarden, weiden en grasland en bosbouw voor het vasthouden van water;
19. hebt hervor, dass die landwirtschaftliche Bevölkerung in Europa bei der Bekämpfung der Bodenerosion und der Wüstenbildung eine wesentliche Funktion erfüllt, und fordert, dass die ausschlaggebende Rolle der europäischen Landwirte für die Erhaltung der Vegetationsdecke in den von anhaltender Trockenheit betroffenen oder durch den vom Wind transportierten Sand bedrohten Regionen gewürdigt wird; hebt hervor, dass insbesondere Dauerkulturen, Obstplantagen und Weinberge, Wiesen und Weiden sowie Wälder die Wasserrückhaltung begünstigen;

33. vraagt om in de landbouwactiviteiten voor onderhoud van weiden, permanent grasland of beboste percelen de mogelijkheid te voorzien om de afgifte van groene certificaten aan de productie van openbare goederen te koppelen (opslag van kooldioxide, biodiversiteit, bescherming van de bodem);
33. fordert, dass es bei landwirtschaftlichen Tätigkeiten, die der Erhaltung von Wiesen, Dauerweideland und Waldgebieten dienen, die Möglichkeit gibt, für die Schaffung öffentlicher Güter (Speicherung von CO2, biologische Vielfalt, Erhaltung der Böden) "grüne" Zertifikate zu vergeben;

34. vraagt om in de landbouwactiviteiten voor onderhoud van weiden, permanent grasland of beboste percelen de mogelijkheid te voorzien om de afgifte van groene certificaten aan de productie van openbare goederen te koppelen (opslag van kooldioxide, biodiversiteit, bescherming van de bodem);
34. fordert, dass es bei landwirtschaftlichen Tätigkeiten, die der Erhaltung von Wiesen, Dauerweideland und Waldgebieten dienen, die Möglichkeit gibt, für die Schaffung öffentlicher Güter (Speicherung von CO2, biologische Vielfalt, Erhaltung der Böden) „grüne“ Zertifikate zu vergeben;

34. vraagt de lidstaten om gebruik te maken van de tweede pijler van het GLB om premies toe te kennen voor landbouwactiviteiten voor het onderhoud van weiden, permanent grasland en beboste percelen, en daarmee een bijdrage tot de productie van openbare goederen te leveren (opslag van kooldioxide, biodiversiteit, bescherming van de bodem); vraagt de Commissie om het behoud van braakland als prioriteit te beschouwen;
34. fordert die Mitgliedstaaten auf, den zweiten Pfeiler der GAP zu nutzen, um für landwirtschaftliche Tätigkeiten, die der Erhaltung von Wiesen, Dauerweideland und Waldgebieten dienen, Prämien zu vergeben, und damit einen Beitrag zur Schaffung öffentlicher Güter (Speicherung von CO2, biologische Vielfalt, Erhaltung der Böden) zu leisten; fordert die Kommission auf, die Erhaltung des Grünlandes als Priorität zu behandeln;

„grassen of andere kruidachtige voedergewassen”: alle kruidachtige planten die in de lidstaat traditioneel in natuurlijk grasland voorkomen of normaliter in zaadmengsels voor grasland worden opgenomen (ongeacht of het betrokken grasland al dan niet voor het weiden van dieren wordt gebruikt).
‚Gras oder andere Grünfutterpflanzen‘: alle Grünpflanzen, die herkömmlicherweise in natürlichem Grünland anzutreffen oder normalerweise Teil von Saatgutmischungen für Grünland oder Wiesen in dem Mitgliedstaat sind (unabhängig davon, ob die Flächen als Viehweiden genutzt werden).

8.2.4. De bezetting buiten voor op weiden, ander grasland, heidegrond, wetland, heide en andere natuurlijke of semi-natuurlijke habitats gehouden dieren moet laag genoeg zijn om het drassig worden van de grond of overbegrazing van de vegetatie te vermiijden.
8.2.4. Auf Freiflächen muß die Besatzdichte bei Tieren, die auf Weideland, anderem Grünland, Heideland, in Feuchtgebieten, auf der Heide und in anderen natürlichen und naturnahen Lebensräumen gehalten werden, so niedrig sein, daß der Boden nicht zertrampelt und einer Überweidung vorgebeugt wird.