Traduction de «wel op doelmatige wijze gebeurt » (Néerlandais → Allemand) :

We kunnen hier in het Parlement wel wetgeving ontwerpen, maar we hebben soms geen idee hoe en door wie die wordt uitgevoerd en of dat wel op doelmatige wijze gebeurt.
Das Aufstellen von Gesetzestexten, wie wir dies in diesem Hause tun, ist die eine Sache. Aber uns fehlt manchmal der Bezug zu deren praktischen Umsetzung - und dazu, wer die Gesetze umsetzt, und ob diese Umsetzung Sinn macht.

Tegelijkertijd is het onze taak als Parlement om ervoor te zorgen dat er verantwoording wordt afgelegd tegenover de burgers, reden waarom we moeten waarborgen dat het geld van de belastingbetalers goed wordt besteed en dat dit op een transparante en doelmatige wijze gebeurt.
Zugleich haben wir als Parlament eine Rechenschaftspflicht gegenüber den Bürgerinnen und Bürgern, daher müssen wir sicherstellen, dass das Geld der Steuerzahler ordnungsgemäß, transparent und effektiv eingesetzt wird.

De benoeming van die leden van de Hoge Raad voor de Justitie - die deelnemen aan de werving van de magistraten van de rechterlijke macht - gebeurt aldus door een « instelling, die wel over een noodzakelijke democratische legitimiteit beschikt en op pluralistische wijze tot stand komt » dankzij « een meerderheid die de regeringsmeerderheid overstijgt » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1677/1, p. 47; Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1675/1, p. 2).
Die Ernennung dieser Mitglieder des Hohen Justizrates - die an der Anwerbung der Magistrate der richterlichen Gewalt teilnehmen - erfolgt somit durch eine « Institution, die über die erforderliche demokratische Legitimität verfügt und pluralistisch vorgeht » dank « einer Mehrheit, die über die Regierungsmehrheit hinausgeht » (Parl. Dok., Kammer, 1997-1998, Nr. 1677/1, S. 47; Parl. Dok., Kammer, 1997-1998, Nr. 1675/1, S. 2).

Gezond financieel beheer in de openbare dienst betekent dat de overheidsgelden naast de naleving van de geldende rechtsregels op zuinige, doelmatige en doeltreffende wijze (de zgn. 3E), met inachtneming van milieuaspecten (wat ook wel als de vierde E wordt gezien) worden besteed.
Eine effiziente und erfolgreiche Wirtschaftlichkeit der Haushaltsführung jeder öffentlichen Verwaltung besteht darin, dass die öffentlichen Gelder unter Einhaltung der geltenden Rechtsvorschriften wirtschaftlich, effektiv und effizient (die sog. 3 E), unter Berücksichtigung des Umweltschutzaspekts (der auch als das vierte E betrachtet wird) eingesetzt werden.

5. verwelkomt de goede resultaten die de nieuwe lidstaten hebben geboekt bij de omzetting van het communautaire acquis; benadrukt echter wel dat de communautaire wetgeving daarnaast ook op doelmatige wijze in de praktijk moet worden gebracht en worden gehandhaafd; roept de regering van de nieuwe lidstaten op alle beschikbare instrumenten en methoden zorgvuldig te onderzoeken om na te gaan op welke manier consumentenwetgeving doeltreffend in de praktijk kan worden gebracht en gehandhaafd;
5. begrüßt die gute Bilanz der neuen Mitgliedstaaten bei der Umsetzung des gemeinschaftlichen Besitzstands; betont jedoch, dass die Rechtsvorschriften der Gemeinschaft ebenfalls effektiv in der Praxis angewandt und durchgesetzt werden müssen; fordert die Regierungen der neuen Mitgliedstaaten auf, alle verfügbaren Instrumente und Methoden zu überprüfen, um Mittel und Wege zu ermitteln, wie die Rechtsvorschriften zum Verbraucherschutz effektiv angewandt und in der Praxis durchgesetzt werden können;

5. verwelkomt de goede resultaten die de nieuwe lidstaten hebben geboekt bij de omzetting van het communautaire acquis; benadrukt echter wel dat de communautaire wetgeving daarnaast ook op doelmatige wijze in de praktijk moet worden gebracht en worden gehandhaafd; roept de regering van de nieuwe lidstaten op alle beschikbare instrumenten en methoden zorgvuldig te onderzoeken om na te gaan op welke manier consumentenwetgeving doeltreffend in de praktijk kan worden gebracht en gehandhaafd;
5. begrüßt die gute Bilanz der neuen Mitgliedstaaten bei der Umsetzung des gemeinschaftlichen Besitzstands; betont jedoch, dass die Rechtsvorschriften der Gemeinschaft ebenfalls effektiv in der Praxis angewandt und in Kraft gesetzt werden müssen; fordert die Regierungen der neuen Mitgliedstaaten auf, alle verfügbaren Instrumente und Methoden zu überprüfen, um Mittel und Wege zu ermitteln, wie die Rechtsvorschriften zum Verbraucherschutz effektiv angewandt und in der Praxis in Kraft gesetzt werden können;

« Schendt artikel 215, derde lid, 4°, van het WIB 1992, in de interpretatie volgens welke het alleen betrekking zou hebben op de bezoldigingen van bestuurders of werkende vennoten in de strikte zin van het woord, de artikelen 10, 11 en 172 van de gecoördineerde Grondwet in zoverre het aanleiding geeft tot discriminatie tussen, enerzijds, de vennootschappen die het in artikel 215 bepaalde bedrag toekennen aan een bestuurder of werkend vennoot als bezoldiging, ongeacht of dat op grond van artikel 32 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 gebeurt dan wel op grond van artikel 31 van datzelfde Wetboek, bezoldiging die wordt belast tegen het progressieve tarief van de personenbelasting en die onderworpen is aan sociale bijdragen, en, anderzijds, de vennootschappen die het in artikel 215 bepaalde bedrag toekennen aan een bestuurder of werkend vennoot, maar in een andere vorm, zoals bijvoorbeeld baten, terwijl die bedragen eveneens zouden worden belast tegen het progressieve tarief van de personenbelasting en eveneens zouden zijn onderworpen aan sociale bijdragen, en terwijl het doel van de bepaling op adequate wijze zou worden verwezenlijkt, zowel in het eerste als in het tweede geval ? ».
« Verstösst Artikel 215 Absatz 3 Nr. 4 des Einkommensteuergesetzbuches 1992, dahingehend ausgelegt, dass er nur Anwendung findet auf die Entlohnungen der Verwaltungsratsmitglieder oder der aktiven Teilhaber im engen Sinne des Wortes, gegen die Artikel 10, 11 und 172 der koordinierten Verfassung, insofern er zu einer Diskriminierung führt zwischen einerseits den Gesellschaften, die den in Artikel 215 bestimmten Betrag einem Verwaltungsratsmitglied oder einem aktiven Teilhaber als Entlohnung gewähren, unabhängig davon, ob dies aufgrund von Artikel 32 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 oder aufgrund von Artikel 31 desselben Gesetzbuches geschieht, wobei die Entlohnung zum progressiven Satz der Steuer der natürlichen Personen besteuert wird und den Sozialabgaben unterliegt, und andererseits den Gesellschaften, die den in Artikel 215 bestimmten Betrag einem Verwaltungsratsmitglied oder einem aktiven Teilhaber, allerdings in einer anderen Form, wie z.B. Profite, gewähren, wobei diese Beträge ebenfalls zum progressiven Satz der Steuer der natürlichen Personen besteuert und den Sozialabgaben unterliegen würden, und während das Ziel der Bestimmung sowohl im ersten als auch im zweiten Fall in geeigneter Weise erfüllt wäre? ».

« Schendt artikel 215, derde lid, 4°, van het W.I. B. 1992, in de interpretatie volgens welke het alleen betrekking zou hebben op de bezoldigingen van bestuurders of werkende vennoten in de strikte zin van het woord, de artikelen 10, 11 en 172 van de gecoördineerde Grondwet in zoverre het aanleiding geeft tot discriminatie tussen, enerzijds, de vennootschappen die het in artikel 215 bepaalde bedrag toekennen aan een bestuurder of werkend vennoot als bezoldiging, ongeacht of dat op grond van artikel 32 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 gebeurt dan wel op grond van artikel 31 van datzelfde Wetboek, bezoldiging die wordt belast tegen het progressieve tarief van de personenbelasting en die onderworpen is aan sociale bijdragen, en, anderzijds, de vennootschappen die het in artikel 215 bepaalde bedrag toekennen aan een bestuurder of werkend vennoot, maar in een andere vorm, zoals bijvoorbeeld baten, terwijl die bedragen eveneens zouden worden belast tegen het progressieve tarief van de personenbelasting en eveneens zouden zijn onderworpen aan sociale bijdragen, en terwijl het doel van de bepaling op adequate wijze zou worden verwezenlijkt, zowel in het eerste als in het tweede geval ? ».
« Verstösst Artikel 215 Absatz 3 Nr. 4 des Einkommensteuergesetzbuches 1992, dahingehend ausgelegt, dass er nur Anwendung findet auf die Entlohnungen der Verwaltungsratsmitglieder oder der aktiven Teilhaber im engen Sinne des Wortes, gegen die Artikel 10, 11 und 172 der koordinierten Verfassung, insofern er zu einer Diskriminierung führt zwischen einerseits den Gesellschaften, die den in Artikel 215 bestimmten Betrag einem Verwaltungsratsmitglied oder einem aktiven Teilhaber als Entlohnung gewähren, unabhängig davon, ob dies aufgrund von Artikel 32 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 oder aufgrund von Artikel 31 desselben Gesetzbuches geschieht, wobei die Entlohnung zum progressiven Satz der Steuer der natürlichen Personen besteuert wird und den Sozialabgaben unterliegt, und andererseits den Gesellschaften, die den in Artikel 215 bestimmten Betrag einem Verwaltungsratsmitglied oder einem aktiven Teilhaber, allerdings in einer anderen Form, wie z.B. Profite, gewähren, wobei diese Beträge ebenfalls zum progressiven Satz der Steuer der natürlichen Personen besteuert und den Sozialabgaben unterliegen würden, und während das Ziel der Bestimmung sowohl im ersten als auch im zweiten Fall in geeigneter Weise erfüllt wäre? ».