De Ministerraad werpt de gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van het middel op om reden dat de verzoekende partijen niet zouden uiteenzetten in welk opzicht de artikelen 1, 3 en 33 van het Internationaal Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, artikel 288 van het VWEU, de artikelen 13, 14 en 15 van de Opvangrichtlijn en de artikelen 17, 18 en 19 van de Herschikte Opvangrichtlijn zouden zijn geschonden.
Der Ministerrat führt die teilweise Unzulässigkeit des Klagegrundes an mit der Begründung, dass die klagenden Parteien nicht darlegten, inwiefern gegen die Artikel 1, 3 und 33 des Internationalen Abkommens über die Rechtsstellung der Flüchtlinge, Artikel 288 des AEUV, die Artikel 13, 14 und 15 der Aufnahmerichtlinie und die Artikel 17, 18 und 19 der Neufassung der Aufnahmerichtlinie verstoßen werde.