De landbouwer moet het verbod om rechtstreekse lozing van meststoffen en afvloeisel in de ondergrond, in een openbare riolering of in een oppervlaktewater naleven, met inbegrip van die welke voortkomen uit opgeslagen plantaardige stoffen, zoals bedoeld in de artikelen R.193 en R.194 van het Waterwetboek.
Die Landwirte beachten das in den Artikeln R.193 und R.194 des Wassergesetzbuches vorgesehene Verbot des direkten Ableitens von Düngemitteln und Sickersäften, einschließlich derjenigen, die aus gelagerten Pflanzen stammen, in den Untergrund, in öffentliche Abwasserleitungen oder in ein Oberflächengewässer.