De prejudiciële vraag noopt tot een onderzoek van het mogelijk discriminerende karakter van de ontstentenis, in de voormelde wet van 15 mei 1984, van de mogelijkhe
id om aan de uit de echt gescheiden echtgenoot van een ambtenaar een rustpensioen toe te kennen op grond van de beroepsarbeid van de gewezen echtgenoot, terwijl het voormelde koninklijk besluit van 21 december 1967 wel in die mogelijkheid voorziet voor de uit de echt gescheiden
echtgenoot van een werknemer, en het voormelde koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 even
...[+++]eens voorziet in een pensioen voor de uit de echt gescheiden echtgenoot van een zelfstandige.
Die präjudizielle Frage ist darauf ausgerichtet zu prüfen, ob es möglicherweise diskriminierend sei, dass im obenerwähnten Gesetz vom 15. Mai 1984 nicht die Möglichkeit vorgesehen sei, dem geschiedenen Ehepartner eines Beamten eine Ruhestandspension auf der Grundlage der Berufstätigkeit des ehemaligen Ehepartners zu gewähren, während der obenerwähnte königliche Erlass vom 21. Dezember 1967 hingegen diese Möglichkeit für geschiedene Ehepartner von Arbeitnehmern und der obengenannte königliche Erlass Nr. 72 vom 10. November 1967 ebenfalls eine Pension für geschiedene Ehepartner von Selbständigen vorsehe.