Ook in de in de eerste alinea bedoelde lidstaten mogen met het oog op de wijnbereiding evenwel uitsluitend wijndruivenrassen worden aangeplant, heraangeplant of geënt die voldoen aan lid 2, punten a) en b).
Jedoch dürfen auch in den Mitgliedstaaten nach Unterabsatz 1 nur Keltertraubensorten gemäß Absatz 2 Buchstaben a und b zum Zwecke der Weinherstellung angepflanzt, wiederangepflanzt oder veredelt werden.