Voor de doeleinden van artikel 10, lid 3, moeten de coördinatoren aanvaarden dat luchtvaartmaatschappijen gedurende de zomerdienstregeling van 2002 en de winterdienstregeling 2002 – 2003 recht hebben op dezelfde reeks slots als die waarop zij recht hadden gedurende respectievelijk de zomerdienstregeling van 2001 en de winterdienstregeling 2001 – 2002.
Folglich müssen Koordinatoren im Sinne von Artikel 10 Absatz 3 hinnehmen, dass Luftfahrtunternehmen ein Anrecht auf dieselben Abfolgen von Zeitnischen für die Sommer 2002 und Winter 2002-2003 Flugplanperioden beanspruchen, sofern jene Luftfahrtunternehmen solche Anrechte auf diese Abfolgen von ihnen zugewiesen Zeitnischen für die Sommer 2001 und Winter 2001-2002 Flugplanperioden entsprechend in Anspruch nahmen.