Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag eindigen met te zeggen dat de beteugeling van de opkomst van het racisme begint - om vrij de woorden van Albert Camus te gebruiken - met de dingen bij hun naam te durven noemen, degenen die het veroorzaken aan te wijzen, de waarheid onder ogen te durven zien.
Lassen Sie mich abschließend daran erinnern, Herr Präsident, um den Rassismus einzudämmen, müssen wir um Albert Camus zu paraphrasieren, damit beginnen, es zu wagen, die Dinge beim Namen zu nennen, d. h. diejenigen zu benennen, die sie provozieren, und den Mut zu haben, der Wahrheit ins Gesicht zu sehen.