10. is van oordeel dat, als de beschikbaarheid van breedband verplicht wordt gesteld, dit niet automatisch tot een hogere acceptatie zal leiden; verzoekt de Commissie en de lidstaten derhalve de maatregelen te versterken om de vraag te vergroten en acceptatie te stimuleren in plaats van alleen maar te zorgen dat er een aansluiting is; is verder van oordeel dat universeledienstverplichtingen uiteindelijk, mogelijkerwijs als doelstelling op middellange termijn, een extra prikkel voor de ontwikkeling van breedband zouden kunnen worden, maar dat goed ontworpen nationale programma's universele breedbanddoelstellingen moeten realiseren;
10. vertritt die Auffassung, dass die Einführung einer Verpflichtung bezüglich der Verfügbarkeit von Breitband nicht zwangsläufig zu einer höheren Ausschöpfung führen wird; fordert deshalb die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, anstatt lediglich eine Verbindung zu gewährleisten die Maßnahmen zur Steigerung der Nachfrage und zur Schaffung von Anreizen für eine stärkere Ausschöpfung zu intensivieren; vertritt ferner die Auffassung, dass die Universaldienstverpflichtungen möglicherweise und gegebenenfalls als mittelfristiges Ziel einen zusätzlichen Anreiz für den Breitbandausbau darstellen könnten, dass aber sorgfältig ausgearbeitete nationale Programme Universal-Breitbandziele erreichen sollten;