De verzoekende partij leidt een tweede middel af uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 931 van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre de bepaling de verplichting zou opleggen dat de minderjarige zonder uitzondering moet worden gehoord, hetgeen een onverantwoord verschil in behandeling zou teweegbrengen tussen de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en de minderjarigen die worden gehoord in het kader van elke andere procedure waarop artikel 931 van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing is.
Die klagende Partei leitet einen zweiten Klagegrund ab aus einem Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 931 des Gerichtsgesetzbuches, insofern die angefochtene Bestimmung vorschreibe, dass der Minderjährige ohne Ausnahme angehört werde, was einen ungerechtfertigten Behandlungsunterschied zwischen den unbegleiteten minderjährigen Ausländern und den im Rahmen gleich welchen anderen Verfahrens angehörten Minderjährigen, auf die Artikel 931 des Gerichtsgesetzbuches Anwendung finde, einführe.