2. herhaalt zijn standpunt zoals neergelegd in zijn resolutie van 15 januari 2009 over de situatie in Gazastrook en drukt zijn bezorgdheid uit over het oplaaien van het Israëlisch-Palestijns conflict, wat reeds een invloed heeft gehad op de politieke dialoog tussen de partners van het Europees-mediterrane partnerschap; acht het belangrijk verdere vertraging in deze beginfase van de Unie voor het Middellandse-Zeegebied te vermijden en hoopt dat het samenwerkingsproces zo snel mogelijk weer aan snelheid wint, en een bijdrage levert aan de gedeelde doelstelling van vrede in het Midden-Oosten; benadrukt, met betrekking tot de
beginselen die zijn overeengekomen tijdens ...[+++] de reeds aangehaalde Top van Parijs van 13 juli 2008 en
tijdens de reeds aangehaalde bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken in Marseille op 3 en 4 november 2008, dat de nieuwe instellingen van de Unie voor het Mid
dellandse-Zeegebied moeten gericht zijn op een duidelijke projectgeoriënteerde dimensie, wat de belangrijkste meerwaarde ervan is;
2. bekräftigt seinen in seiner Entschließung vom 15. Januar 2009 zur Lage im Gaza-Streifen vertretenen St
andpunkt und äußert Sorge über die neuerliche Verschärfung des israelisch-palästinensischen Konflikts, die den politischen Dialog zwischen den Partnern der Europa-Mittelmeer-Partnerschaft bereits nachteilig beeinflusst hat; hält es für wichtig, weitere Verzögerungen in dieser Anfangsphase der Union für den Mittelmeerraum zu vermeiden und hofft, dass die Zusammenarbeit sobald wie möglich wieder in Gang kommen und zu dem g
emeinsamen Ziel des Friedens im Nahen ...[+++]Osten beitragen wird; betont, dass die neuen Institutionen der Union für den Mittelmeerraum, im Sinn der bei dem oben genannten Pariser Gipfeltreffen vom 13. Juli 2008 und bei dem oben genannten Treffen der Außenminister am 3. und 4. November 2008 in Marseille vereinbarten Grundsätze einen gezielten projektorientierten Ansatz verfolgen sollten, als dem wichtigsten Mehrwert, den die Union erbringen kann;