Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Ad acta gelegde zaak
Beginsel van wederzijdse erkenning
Burgerrechtelijke zaak
Cassis-van-Dijon-zaak
Civielrechtelijke zaak
Een zaak beginnen
Een zaak oprichten
Een zaak opzetten
Geclasseerde zaak
Geseponeerde zaak
Inboedel
Opheffing van de zaak
Roerend eigendom
Roerend goed
Roerende goederen
Roerende zaak
Roerendgoedrecht
Sluiting van een fabriek
Sluiting van een onderneming
Theoretisch model van een zaak formuleren voor therapie
Toezicht houden op het beheer van een etablissement
Toezicht houden op het beheer van een zaak

Traduction de «zaak c-105 » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
ad acta gelegde zaak | geclasseerde zaak | geseponeerde zaak

eingestellte Rechtssache | eingestelltes Verfahren


een zaak beginnen | een zaak oprichten | een zaak opzetten

sich selbständig machen


burgerrechtelijke zaak | civielrechtelijke zaak

zivilrechtlicher Fall


roerend eigendom [ inboedel | roerende goederen | roerende zaak | roerend goed | roerendgoedrecht ]

Eigentum an beweglichen Sachen [ bewegliche Sache | bewegliches Vermögen | Eigentum an einer beweglichen Sache | Fahrnis | Mobiliarvermögen | Mobilien | Recht an einer beweglichen Sache ]


opheffing van de zaak [ sluiting van een fabriek | sluiting van een onderneming ]

Betriebseinstellung [ Betriebsschließung | Betriebsstilllegung | Schließung einer Fabrik ]


beginsel van wederzijdse erkenning [ Cassis-van-Dijon-zaak ]

Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung [ Rechtssache „Cassis de Dijon ]


theoretisch model van een zaak formuleren voor therapie

ein Konzeptualisierungsmodell für die Therapie formulieren


toezicht houden op het beheer van een etablissement | toezicht houden op het beheer van een zaak

Leitung einer Betriebsstätte beaufsichtigen
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
In de zaak nr. 6190 wordt de vernietiging gevraagd van de artikelen 66, § 3, 90, § 2, 105, § 1, en 390, § 5, van het Omgevingsvergunningsdecreet, omdat de bestreden artikelen strijdig zouden zijn met de artikelen 10, 11 en 23, derde lid, 4°, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 9 van het Verdrag van Aarhus, alsook met diverse Europese richtlijnen; ingevolge de bestreden artikelen wordt een vervaltermijn gehanteerd bij het beoordelen van het administratief beroep tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning of bij de procedure tot het bijstellen van een omgevingsvergunning, terwijl een stilzwijgend afwijzen van een administratief beroep niet t ...[+++]

In der Rechtssache Nr. 6190 wird die Nichtigerklärung der Artikel 66 § 3, 90 § 2, 105 § 1 und 390 § 5 des Dekrets über die Umgebungsgenehmigung beantragt, weil die angefochtenen Artikel im Widerspruch zu den Artikeln 10, 11 und 23 Absatz 3 Nr. 4 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 9 des Aarhus-Übereinkommens sowie mit verschiedenen europäischen Richtlinien stünden; infolge der angefochtenen Artikel werde eine Ausschlussfrist angewandt bei der Beurteilung der Verwaltungsbeschwerde auf Erlangung einer Umgebungsgenehmigung oder bei dem Verfahren zur Anpassung einer Umgebungsgenehmigung, während eine stillschweigende Abweisung einer Verwaltungsbeschwerde n ...[+++]


De verzoekende partijen in de zaak nr. 6190 menen dat het, voor het grondwettigheidsonderzoek van de artikelen 66, § 3, 90, § 2, 105, § 1, en 390, § 5, van het Omgevingsvergunningsdecreet, noodzakelijk is diverse prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6190 sind der Auffassung, dass es für die Prüfung der Verfassungsmäßigkeit der Artikel 66 § 3, 90 § 2, 105 § 1 und 390 § 5 des Dekrets über die Umgebungsgenehmigung notwendig sei, dem Europäischen Gerichtshof verschiedene Vorabentscheidungsfragen zu stellen.


Ten tweede, en deze opmerking is zeer relevant voor de vraag omtrent de juistheid van de gekozen rechtsgrondslag, heeft het Hof van Justitie in zijn vonnis van 16 juni 2005 in de Zaak C-105/03 Pupino zeer duidelijk gemaakt dat “de formulering van artikel 34, lid 2, sub b, EU zeer nauw aansluit bij die van artikel 249, derde alinea, EG.

Zweitens, und diese Bemerkung ist äußerst relevant für die Frage nach der Angemessenheit der gewählten Rechtsgrundlage, hat der Gerichtshof in seinem Urteil vom 16. Juni 2005 in der Rechtssache C-105/03 Pupino klargestellt, dass „sich der Wortlaut des Artikels 34 Absatz 2 Buchstabe b EU sehr eng an den Wortlaut des Artikels 249 Absatz 3 EG anlehnt.


6. deelt de mening dat de "rode lijnen" van de Raad door de lidstaten moeten worden gevolgd () overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking dat is vastgelegd in artikel 10 van het EG-Verdrag en dat volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie (C-105/03) of zaak 22/70 (AETR) eveneens van toepassing is met betrekking tot het nakomen van de in het EU-Verdrag opgesomde verplichtingen; wijst er met name op dat:

6. teilt die Auffassung, dass die Mitgliedstaaten die „roten Linien“ des Rates gemäß dem Solidaritätsgrundsatz des Artikels 10 des EG-Vertrags und der Rechtsprechung des Gerichtshofs (C-105/03) oder der AETR-Rechtssache (22/70) in Bezug auf die Erfüllung der Verpflichtungen des EU-Vertrags befolgen sollten; unterstreicht insbesondere die Tatsache, dass:


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
7. deelt de mening dat de "rode lijnen" van de Raad door de lidstaten moeten worden gevolgd overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking dat is vastgelegd in artikel 10 van het EG-Verdrag en dat volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie (C-105/03 of zaak 22/70 (AETR)) eveneens van toepassing is met betrekking tot het nakomen van de in het EU-Verdrag opgesomde verplichtingen; wijst er met name op dat:

7. teilt die Auffassung, dass die Mitgliedstaaten die "roten Linien" des Rates gemäß dem Solidaritätsgrundsatz des Artikels 10 des EG-Vertrags und der Rechtsprechung des Gerichtshofs (Rechtssache C-105/03 oder Rechtssache 22/70 – AETR) in Bezug auf die Erfüllung der Verpflichtungen des EU-Vertrags befolgen sollten; unterstreicht insbesondere die Tatsache, dass:


16 juni 2005 Arrest van het Hof van Justitie in zaak C-105/03

Urteil des Gerichtshofes in der Rechtssache C-105/03


[1] Arrest van het Europees Hof van Justitie van 16 juni 2005, zaak C-105/03, Pupino, PB C 193 van 6.8.2005, blz. 3.

[1] Urteil des Europäischen Gerichtshofs in der Rechtssache Pupino (C-105/03) vom 16. Juni 2005, ABl. C 193 vom 6.8.2005, S. 3.


B. overwegende dat Witold Tomczak ervan wordt beschuldigd op 26 juni 1999 twee politieagenten tijdens de uitoefening van hun dienst in Ostrów Wielkopolski te hebben beledigd, in strijd met artikel 226, lid 1 van het Poolse Strafwetboek; overwegende dat het openbaar ministerie op 13 juni 2000 bij de Sejm een verzoek deed om opheffing van de parlementaire immuniteit van Witold Tomczak; overwegende dat Witold Tomczak op 4 oktober 2000 ermee instemde om in de zaak aansprakelijk te worden gesteld, in overeenstemming met artikel 105, lid 4 van de Poolse Grondwet; overwegende dat nadat Witold Tomczak een aantal keren verzuimde op de hoorzitt ...[+++]

B. in der Erwägung, dass Witold Tomczak beschuldigt wird, am 26. Juni 1999 in Ostrów Wielkopolski unter Verstoß gegen Artikel 226 Absatz 1 des polnischen Strafgesetzbuchs zwei Polizeibeamte bei der Ausübung ihrer Amtspflichten beleidigt zu haben, in der Erwägung, dass der Generalstaatsanwalt am 13. Juni 2000 beim Sejm die Aufhebung der parlamentarischen Immunität von Witold Tomczak beantragt hat, in der Erwägung, dass Witold Tomczak am 4. Oktober 2000 seiner strafrechtlichen Verfolgung in der Angelegenheit gemäß Artikel 105 Absatz 4 der polnischen Verfassung zugestimmt hat, in der Erwägung, dass das Bezirksgericht in Ostrów Wielkopols ...[+++]


B. overwegende dat Witold Tomczak ervan wordt beschuldigd op 26 juni 1999 twee politieagenten tijdens de uitoefening van hun dienst in Ostrów Wielkopolski te hebben beledigd, in strijd met artikel 226, lid 1 van het Poolse Strafwetboek; overwegende dat de procureur-generaal op 13 juni 2000 bij de Sejm een verzoek deed om opheffing van de parlementaire immuniteit van Witold Tomczak; overwegende dat Witold Tomczak op 4 oktober 2000 ermee instemde om in de zaak ter verantwoording te worden geroepen, in overeenstemming met artikel 105, lid 4 van de Poolse Grondwet; overwegende dat nadat Witold Tomczak een aantal keren verzuimde op de zit ...[+++]

B. in der Erwägung, dass Witold Tomczak beschuldigt wird, am 26. Juni 1999 in Ostrów Wielkopolski unter Verstoß gegen Artikel 226 Absatz 1 des polnischen Strafgesetzbuchs zwei Polizeibeamte bei der Ausübung ihrer Amtspflichten beleidigt zu haben; in der Erwägung, dass der Generalstaatsanwalt am 13. Juni 2000 beim Sejm die Aufhebung der parlamentarischen Immunität von Witold Tomczak beantragt hat; in der Erwägung, dass Witold Tomczak am 4. Oktober 2000 seiner strafrechtlichen Verfolgung in der Angelegenheit gemäß Artikel 105 Absatz 4 der polnischen Verfassung zugestimmt hat; in der Erwägung, dass das Bezirksgericht in Ostrów Wielko ...[+++]


[11] Zie in dit verband arrest van 5 maart 1997 in zaak T-105/95, Commissie/WWF UK, Jurispr. 1997, blz. II-313; arrest van 11 december 2001 in zaak T-191/99, Commissie/Petrie e.a., Jurispr. 2001, blz. II-3677; arrest van 21 september 2010, Zweden e.a./API en Commissie (C-514/07 P, C-528/07 P en C-532/07 P).

[11] Siehe in diesem Zusammenhang Urteil vom 5. März 1997 in der Rechtssache T-105/95, Kommission/WWF VK, Slg. 1997, S.II-313; Urteil vom 11. Dezember 2001 in der Rechtssache T-191/99, Kommission/Petrie u.a., Slg. 2001, S.II-3677; Urteil vom 21. September 2010, Rs. C-514/07 P, C-528/07 P und C-532/07 P, Schweden u.a./ API und Kommission.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zaak c-105' ->

Date index: 2021-04-27
w