Hierbij zal elk vooraf opgelegd criterium de beoordelingsbevoegdheid van het openbaar ministerie, bijvoorbeeld met betrekking tot het moreel bestanddeel van het strafbare feit, van het bedrag van de ontdoken belasting of van de omstandigheid van recidive, beperken en dus botsen met artikel 151 van de Grondwet.
Hierzu begrenzt jedes vorher festgelegte Kriterium die Ermessensbefugnis der Staatsanwaltschaft, beispielsweise auf die moralische Komponente der strafbaren Tat, des Betrags der hinterzogenen Steuer oder des Umstandes der Rückfälligkeit, und steht somit im Widerspruch zu Artikel 151 der Verfassung.