Het Gerecht wijst er vervolgens op dat verschillende lidstaten, om tegemoet te komen aan de verontrusting en de pressie van met het dierenwelzijn begane burgers, wettelijke maatregelen tot beperking en verbod van activiteiten inzake de verwerking van zeehondenproducten hadden vastgesteld of aan het vaststellen waren.
Das Gericht führt sodann aus, dass mehrere Mitgliedstaaten Vorschriften zur Beschränkung oder zum Verbot von Tätigkeiten im Zusammenhang mit der Herstellung von Robbenerzeugnissen erlassen hatten oder im Begriff waren, solche Vorschriften zu erlassen, um den Bedenken und dem Druck von auf Tierschutzfragen empfindlich reagierenden Bürgern zu begegnen.