De verzoekende partijen zetten een eerste middel uiteen, afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 11, lid 7, van richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van richtlijn 96/92/EG, en uit de schending van de regels betreffende de verdeling van de respectieve bevoegdheden van de Staat en de gewesten, in het bijzonder de artikelen 39 en 134 van de Grondwet en artikel 6, § 1, VII, tweede lid, d), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Die
klagenden Parteien legen einen ersten Klagegrund dar, der aus einem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung und gegen Artikel 11 Absatz 7 der Richtlinie 2003/54/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 26. Juni 2003 über gemeinsame Vorschriften für den Elektrizitätsbinnenmarkt und zur Aufhebung der Richtlinie 96/92/EG sowie aus einem Verstoss gegen die Regeln zur Festlegung der jeweiligen Zuständigkeiten von Staat, Gemeinschaften und Regionen, insbesondere die Artikel 39 und 134 der Verfassung und Artikel 6 § 1 VII Absatz 2 Buchstabe d) des Sondergesetzes vom 8. August 198
...[+++]0 zur Reform der Institutionen, abgeleitet ist.