1. Elke lidstaat ziet erop toe dat de leiding van vestigingen van een SCE alsmede de toezichthoudende of de bestuursorganen van de dochterondernemingen en van de deelnemende juridische lichamen die op zijn grondgebied gevestigd zijn, en de werknemersvertegenwoordigers of, in voorkomend geval, de werknemers zelf de in deze richtlijn omschreven verplichtingen naleven, ongeacht of de SCE haar statutaire zetel al dan niet op zijn grondgebied heeft.
(1) Jeder Mitgliedstaat trägt dafür Sorge, dass die Leitung der Betriebe einer SCE und die Aufsichts- oder die Verwaltungsorgane der Tochtergesellschaften und der beteiligten juristischen Personen, die sich in seinem Hoheitsgebiet befinden, und ihre Arbeitnehmervertreter oder gegebenenfalls ihre Arbeitnehmer den Verpflichtungen dieser Richtlinie nachkommen, unabhängig davon, ob die SCE ihren Sitz in seinem Hoheitsgebiet hat.