De zogezegd benadeelde partij - die niet betwist dat het onderscheid onder de benadeelde partijen naargelang zij het slachtoffer zijn geworden van een misdrijf gepleegd door een magistraat of een ambtenaar, dan wel van een misdrijf gepleegd door een persoon die niet de bescherming geniet van de artikelen 479 en volgende van het Wetboek van Strafvordering, op een objectief criterium steunt - toont niet aan dat het aangeklaagde verschil in behandeling buitensporig zou zijn ten opzichte van het doel dat met die bepalingen wordt nagestreefd.
Die angeblich geschädigte Partei - die nicht beanstande, dass der Unterschied zwischen den geschädigten Parteien, je nachdem, ob sie Opfer einer von einem Magistraten oder einem Beamten begangenen Straftat geworden seien oder Opfer einer Straftat, die von einer Person begangen worden sei, die nicht den Schutz der Artikel 479 ff. des Strafprozessgesetzbuches geniesse, auf einem objektiven Kriterium beruhe - weise nicht nach, dass der angeklagte Behandlungsunterschied hinsichtlich des durch diese Bestimmungen angestrebten Ziels übertrieben sei.