Volgens het vierde middel zijn de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet geschonden doordat « de vermindering [.] geen rekening [houdt] met het feit of de gezinswoning effectief voor privé-bewoning dan wel voor beroepsgebruik dient », waardoor categorieën van personen die zich in een verschillende situatie zouden bevinden, gelijk worden behandeld.
Gemäss dem vierten Klagegrund werde gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung verstossen, da « die Ermässigung nicht den Umstand berücksichtigt, ob die Familienwohnung tatsächlich zu privaten Wohnzwecken oder zu beruflichen Zweken dient », so dass Kategorien von Personen, die sich in einer unterschiedlichen Lage befänden, gleich behandelt würden.