1. Wanneer door een derde land aan de bevoegde autoriteit van een lidstaat inlichtingen zijn meegedeeld, kan laatstgenoemde deze doorgeven aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die in deze inlichtingen geïnteresseerd zouden kunnen zijn en in elk geval aan de autoriteiten die erom verzoeken, voorzover de bijstandsregelingen met het derde land in kwestie dat toelaten.
(1) Werden der zuständigen Behörde eines Mitgliedstaats von einem Drittland Informationen übermittelt, kann sie diese Informationen an die zuständigen Behörden der möglicherweise interessierten Mitgliedstaaten und auf jeden Fall an die Mitgliedstaaten, die diese Informationen anfordern, weiterleiten, sofern Amtshilfevereinbarungen mit dem betreffenden Drittland dies zulassen.