7. onderstreept dat de overheidsschuldencrisis duidelijk heeft gemaakt welke risico's er aan de interne Europese onevenwichtigheden zijn verbonden; wijst erop dat de EU hierbij als één geheel moet optreden, dat zij moet werken aan een veel nauwere coördinatie van het begrotingsbeleid en – voor zover dienstig – aan de ontwikkeling van een gezamenlijk begrotingsbeleid met een toereikende EU-begroting die ten dele uit eigen middelen moet worden gefinancierd, en dat zij adequate voorzieningen voor crisisbeheersing en economische convergentie moet treffen;
7. betont, dass die staatliche Schuldenkrise die von den innereuropäischen Ungleichgewichten ausgehenden Risiken aufgezeigt hat; unterstreicht die Notwendigkeit einer einheitlichen Reaktion der EU, einer weitaus engeren Koordinierung der finanzpolitischen Maßnahmen sowie gegebenenfalls der Schaffung einer gemeinsamen Politik mit ausreichenden EU-Haushaltsmitteln, deren Finanzierung teilweise durch Eigenmittel erfolgt, und der Festlegung angemessener Bestimmungen für das Krisenmanagement sowie für die wirtschaftspolitische Konvergenz;