18. Ten aanzien van securitisatiestructuren waarbij de gesecuritiseerde vorderingen zowel revolverende als niet-revolverende posities omvatten, past de initiërende kredietinstelling de in de punten 19 tot en met 31 hieronder beschreven behandeling toe op dat deel van de onderliggende pool dat revolverende posities bevat.
18. Bei Verbriefungsstrukturen, bei denen die verbrieften Forderungen sowohl revolvierende als auch nicht-revolvierende Forderungen enthalten, hat der Originator auf den Teil des zugrunde liegenden Pools, der die revolvierenden Forderungen enthält, die in den Nummern 19 bis 31 genannte Behandlung anzuwenden.