De koppels en beslagen worden onderzocht op de in bijlage I, kolom 1, vermelde zoönoses en zoönoseverwekkers, of, indien dat nodig is om de in lid 1 bedoelde gelijkwaardige garanties te waarborgen, op de zoönoses en zoönoseverwekkers die worden bepaald volgens de procedure van artikel 14, lid 2.
Die Herden und Bestände werden auf Zoonosen und Zoonoseerreger gemäß Anhang I Spalte 1 getestet oder, wenn dies im Hinblick auf das Ziel der Gleichwertigkeit der Garantien gemäß Absatz 1 erforderlich ist, auf diejenigen Zoonosen und Zoonoseerreger, die nach dem in Artikel 14 Absatz 2 genannten Verfahren bestimmt werden.