2. In deze gevallen moet bij de vermindering van de rechten op ouderdomspensioen, vermeld in artikel 9 van bijlage VIII voor de ambtenaren die de dienst beëindigen als zij minstens 55 jaar zijn, een extra korting van 4,483 % op de verworven pensioenrechten worden geteld, indien het pensioen ingaat op de leeftijd van 54 jaar; een korting van 8,573 % indien het pensioen ingaat op 53 jaar; een korting van 12,316 % indien het pensioen ingaat op 52 jaar; een korting van 15,778 % indien het pensioen ingaat op 51 jaar; en een korting van 18,934 % indien het ouderdomspensioen ingaat op 50 jaar.
(2) In einem solchen Fall kommt es zusätzlich zu der in Anhang VIII Artikel 9 des Statuts genannten Kürzung der Ruhegehaltsansprüche bei Beamten, die vor Vollendung des 55. Lebensjahrs aus dem Dienst scheiden, zu folgender Kürzung: um 4,483 % der erworbenen Ruhegehaltsansprüche, falls das Ruhegehalt ab dem 54. Lebensjahr bezogen wird, um 8,573 %, falls das Ruhegehalt ab dem 53. Lebensjahr bezogen wird, um 12,316 %, falls das Ruhegehalt ab dem 52. Lebensjahr bezogen wird, um 15,778 %, falls das Ruhegehalt ab dem 51. Lebensjahr bezogen wird, und um 18,934 %, falls das Ruhegehalt ab dem 50.