In afwijking van het aantal dagen vermeld onder a), voor de „Categorie vistuig bedoeld in punt: 4a, tabel I”, mogen de lidstaten het maximale aantal dagen van aanwezigheid in het gebied en buitengaatsheid verhogen tot twaalf voor vaartuigen met VMS en met een speciaal visdocument zoals bedoeld in punt 17, onder b), van bijlage IV met een geldigheidsduur van minimaal een kalendermaand.
Abweichend von der in Buchstabe a) ‚Fanggerätgruppe gemäß Nummer 4a‘ genannten Anzahl der Seetage dürfen die Mitgliedstaaten die Anzahl der Tage innerhalb des Gebiets und außerhalb des Hafens für Schiffe mit VMS-Installation und mit einer für mindestens einen Kalendermonat gültigen, speziellen Fangerlaubnis gemäß Anhang IV Nummer 17 Buchstabe b) auf zwölf Tage anheben.