Daarnaast vormen de wetgevingsinstrumenten van de derde pijler (gemeenschappelijke standpunten, kaderbesluiten, besluiten en overeenkomsten) in zekere zin een „virtueel” rechtskader waaruit de EU-burgers niet veel of zelfs geen voordeel kunnen halen, omdat er geen formele inbreukprocedures kunnen worden ingeleid om het gebrek aan omzetting aan te klagen en het soms lang duurt vooraleer de EU-instrumenten op nationaal niveau worden omgezet.
Hinzu kommt, dass durch den mangelnden Rückgriff auf formale Vertragsverletzungsverfahren zur Gewährleistung einer ordnungsgemäßen Umsetzung und die zeitweise beträchtlichen Verzögerungen bei der Umsetzung der EU-Instrumente auf nationaler Ebene gewissermaßen ein „virtueller“ Rechtsrahmen für Rechtsinstrumente der dritten Säule (gemeinsame Standpunkte, Rahmenbeschlüsse, Entscheidungen und Übereinkommen) entstanden ist, der nur einen geringen oder gar keinen Vorteil für die EU-Bürger hat.
