72. verzoekt de Commissie en de lidstaten steunprogramma's voor arbeidsmobiliteit bij jongeren te ontwikkelen; is van mening dat dergelijke programma's gebaseerd moeten zijn op de relatie tussen werkgever en werknemer en op een erkenning van de toegevoegde waarde die in het buitenland opgedane ervaring, bekwaamheden en vaardigheden, met inbegrip van talenkennis, bieden;
72. invite la Commission et les États membres à promouvoir des programmes d'aide à la mobilité professionnelle des jeunes; estime que ces programmes devraient s'appuyer sur la relation entre l'employeur et le travailleur et sur la reconnaissance de la valeur ajoutée de l'expérience et des compétences – linguistiques, notamment – acquises en dehors du pays de résidence;