2. Is artikel 126, tweede lid, van het Wetboek der successierechten, dat be
paalt dat een boete wegens verzuim verschuldigd is gelijk aan tweemaal de ontdoken rechten, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en roept het een ten aanzien van het te bereiken doel niet te verantwoorden discriminerend onderscheid in het leven ten opzichte van de correctionele boeten, doordat het aan die straf geen
enkel daadwerkelijk beroep voor een rechtbank van de rechterlijke macht koppelt, zelfs als
...[+++]die straf niet in voldoende mate de aard, het karakter en de strafrechtelijke kenmerken vertoont om onder de werkingssfeer van het in vraag 1 bedoelde Verdrag te vallen ?
2. L'article 126, alinéa 2, du Code des droits de succession, qui dispose qu'une amende d'omission est due et égale au double des droits éludés, est-il contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution et crée-t-il une discrimination non justifiée au regard de l'objectif à atteindre, par rapport aux amendes correctionnelles en ce qu'il n'assortit cette pénalité d'aucun recours effectif devant un tribunal relevant du pouvoir judiciaire, même si cette pénalité n'a pas la nature, le caractère et la coloration pénale suffisante pour l'intégrer dans le champ d'application de la Convention visée à la question 1 ?