In een vierde onderdeel voeren de verzoekende partijen de schending aan van het gelijkheidsbeginsel, in samenhang gelezen met het vrij verkeer van personen en het burgerschap van de Europese Unie, vervat in artikel 3, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de artikelen 18, 20 en 21 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, artikel 45 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 21 (lees : 27) van de richtlijn 2004/38/EG van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden.
Dans une quatrième branche, les parties requérantes allèguent la violation du principe d'égalité, combiné avec la libre circulation des personnes et avec la citoyenneté de l'Union européenne, inscrites dans l'article 3, paragraphe 2, du Traité sur l'Union européenne, avec les articles 18, 20 et 21 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, avec l'article 45 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne et avec l'article 21 (lire : 27) de la directive 2004/38/CE du 29 avril 2004 relative au droit des citoyens de l'Unio
n et des membres de leurs familles de circuler et de séjourner librement sur le territoire des Et
...[+++]ats membres.