« Er zij genoteerd dat de vreemdeling echtgenoot van een Belg, zijn bloedverwanten in nederdalende lijn beneden de 21 jaar of zijn bloedverwanten in de opgaande lijn die te hunnen [lees : te zijnen] laste zijn, gelijkgesteld worden met de E.E.G.-vreemdeling, opdat zij niet minder voordelig zouden behandeld worden dan de echtgenoot, de bloedverwanten in de nederdalende lijn of de bloedverwanten in de opgaande lijn van een E.E.G. onderdaan (art. 39) » (Parl. St., Kamer, 1977-1978, nr. 144/7, p. 9).
« Il y a lieu de noter que l'étranger conjoint d'un Belge, ses descendants âgés de moins de 21 ans ou ses ascendants à leur [lire : sa] charge sont assimilés à l'étranger ressortissant d'un pays de la C. E.E., afin d'éviter à ce ressortissant une discrimination par rapport au conjoint, aux descendants ou aux ascendants d'un étranger ressortissant d'un pays de la C. E.E (art. 39) » (Doc. parl., Chambre, 1977-1978, n° 144/7, p. 9).