1. a) Hoeveel extra banen werden er in 2008 gecreëerd dankzij het systeem van de dienstencheques, opgesplitst per Gewest? b) Hoeveel van deze personen zij
n werknemers van de categorie A, opgesplitst per Gewest? i) Hoeveel onder hen ontvingen een werkloosheidsuitkering? ii) Hoeveel onder hen hadden rec
ht op een leefloon? iii) Hoeveel onder hen genoten financiële sociale hulp? c) Hoeveel van deze personen behoren tot de categorie B,
...[+++]opgesplitst per Gewest?
1. a) Combien d'emplois supplémentaires ont été créés, par Région, en 2008 grâce au système des titres-services? b) Combien de ces personnes sont, par Région, des travailleurs appartenant à la catégorie A? i) combien bénéficiaient d'allocations de chômage? ii) combien avaient droit au revenu d'intégration? iii) combien ont bénéficié d'une aide sociale financière? c) Combien appartiennent à la catégorie B, pour chaque Région?