« 3° Een volledig hoofdstuk van het wetsvoorstel is gewijd aan de erkenning van de rechten die gewoonlijk als naburige rechten van het auteursrecht worden beschouwd, dat wil zeggen de rechten van de uitvoerende kunstenaars, van de producenten van fonogrammen en/of videogrammen en van de omroeporganisaties.
« 3° Tout un chapitre de la proposition de loi est destiné à reconnaître les droits qualifiés traditionnellement de droits voisins du droit d'auteur, c'est-à-dire les droits des artistes-interprètes ou exécutants, des producteurs de phonogrammes et/ou de video-grammes ainsi que des organismes de radiodiffusion.