Wanneer de interventieboter wordt gekocht of steun wordt aangevraagd met het oog op de vervaardiging van de in artikel 4, lid 1, onder b), ii), bedoelde tussenproducten, komen de betaalde minimumverkoopprijs van de interventieboter en het maximumbedrag van de steun voor de tussenproducten overeen met respectievelijk de minimumverkoopprijs en het maximumbedrag van de steun, zoals bedoeld in artikel 26, die zijn vastgesteld voor boter met een vetgehalte van 82 % of meer waaraan verklikstoffen zijn toegevoegd.
Si le beurre d'intervention est acheté ou l'aide est demandée en vue de la fabrication des produits intermédiaires visés à l'article 4, paragraphe 1, point b) ii), le prix minimal de vente payé pour le beurre d'intervention et le montant maximal de l'aide octroyée pour ces produits intermédiaires correspondent respectivement au prix minimal de vente et au montant maximal de l'aide fixés conformément à l'article 26 pour le beurre tracé d'une teneur en matières grasses égale ou supérieure à 82 %.