- anderzijds, zoals het Hof oordeelde in B.20.5 van zijn arrest nr. 182/2008 van 18 december 2008, vermocht de wetgever in redelijkheid
te oordelen dat het aangewezen was om door de onmiddellijke toepassing van de
bestreden wet, ten aanzien van alle rechtzoekenden - en derhalve ook ten aanzien van de categorie van personen wier hoger beroep nog hangende was op het tijdstip van inwerkingtreding van de nieuwe wet - een einde te maken aan de ontwikkeling van een uiteenlopende rechtspraak die derhalve ongelijkheden inhield ten aanzien van
...[+++] het beginsel van de verhaalbaarheid en de bedragen die konden worden toegewezen.
- d'autre part, ainsi que la Cour l'a jugé en B.20.5 de son arrêt n° 182/2008 du 18 décembre 2008, le législateur a raisonnablement pu estimer qu'il était souhaitable, par l'application immédiate de la loi attaquée, de mettre un terme, à l'égard de tous les justiciables - et donc également à l'égard de la catégorie des personnes dont l'appel était encore pendant au moment de l'entrée en vigueur de la nouvelle loi -, au développement de jurisprudences divergentes et dès lors inégalitaires quant au principe de la répétibilité et aux montants qui pouvaient être alloués.