Nu de verplichting tot betaling van een vergoeding niet kan worden opgelegd aan een personeelslid dat na zijn basisopleiding een minimum aantal dienstjaren heeft gepresteerd dat overeenstemt met anderhalve maal de duur van die basisopleiding, toont de verzoeker A. Henneau, die volgens de aan het Hof voorgelegde gegevens een dienstanciënniteit van 30 jaar heeft, niet aan, dat op basis van de bestreden bepalingen, van hem een verbrekingsvergoeding zou kunnen worden gevorderd.
Etant donné que l'obligation de payer une indemnité ne peut être imposée à un membre du personnel qui a accompli, après sa formation de base, un nombre d'années de service minimum correspondant à une fois et demie la durée de cette formation de base, le requérant A. Henneau, qui a, selon les informations communiquées à la Cour, une ancienneté de service de 30 ans, ne démontre pas qu'il soit susceptible, sur la base des dispositions attaquées, de se voir réclamer une indemnité de rupture.