Ofschoon de Commissie erkent dat de lidstaten de mogelijkheid moeten hebben om transitvisa voor luchthavens te eisen (2.1.7, WDDC) wanneer zij worden geconfronteerd met een plotselinge en aanzienlijke toename van het aantal onregelmatige migranten, dienen de geldende voorschriften te worden herzien om ervoor te zorgen dat de reikwijdte en de duur van dergelijke maatregelen binnen redelijke grenzen blijven.
Même si la Commission reconnaît qu’un État membre doit pouvoir imposer des visas de transit aéroportuaire (section 2.1.7 du document de travail) lorsqu'il est confronté à un afflux soudain et important de migrants en situation irrégulière, les règles actuellement en vigueur devraient être revues pour garantir la proportionnalité de ces mesures en termes de portée et de durée.