Ten slotte, zelfs indien het, zoals de verzoekende partijen betogen, mogelijk is dat de materiële uitreiking van de verblijfstitel - die, wanneer de aanvraag gebeurt vanuit het buitenland, pas mogelijk is na de aankomst op het grondgebied - eventueel plaats heeft na afloop van de termijn van zes maanden bedoeld in de bestreden bepaling, zou dit geen schending inhouden van artikel 10, lid 1, van de richtlijn 2004/38/EG op voorwaarde dat de beslissing tot toekenning van de verblijfstitel wordt genomen binnen die termijn.
Enfin, même s'il est possible, comme le soutiennent les parties requérantes, que la délivrance matérielle du titre de séjour - qui, lorsque la demande est faite depuis l'étranger, est susceptible de n'intervenir qu'après l'arrivée sur le territoire - n'ait éventuellement lieu qu'après l'expiration du délai de six mois visé dans la disposition attaquée, cette situation n'emporterait aucune méconnaissance de l'article 10, paragraphe 1, de la directive 2004/38/CE à condition que la décision d'octroi du titre de séjour ait été prise dans ce délai.