Ongeacht de vorm van de huurwaarborg die de huurder voorlegt, mag er slechts over worden beschikt ten bate van de ene of de andere partij, dan op voorlegging of van een schriftelijk akkoord, opgemaakt ten vroegste na beëindiging van de huurovereenkomst, of van een afschrift van een rechterlijke beslissing.
Quel que soit le mode de garantie locative présenté par le preneur, il ne peut en être disposé qu'au profit de l'une ou l'autre des parties, moyennant production soit d'un accord écrit, établi au plus tôt à la fin du bail, soit d'une copie d'une décision judiciaire.