5. wijst erop dat vrouwenrechten in het algemeen moeten worden gewaarborgd in de nieuwe democratische en wettelijke structuren van deze maatschappijen; dringt in dat verband aan op een vrouwenquota van 25% van de parlements- en de regeringsleden, met inbegrip van hun vertegenwoordiging in grondwettelijke comités, waardoor zij hun rol in de toekomstige vormgeving van de betrokken landen kunnen vergroten;
5. souligne qu'il est nécessaire de protéger les droits des femmes en général dans les nouvelles structures démocratiques et juridiques de ces sociétés; demande, à cet égard, que 25 % des sièges au sein du parlement et du gouvernement soient réservés aux femmes; souligne la nécessité de leur représentation dans le cadre de la création des commissions constitutionnelles, en renforçant par conséquent leur rôle dans les futures structures des pays;