Er mag immers niet uit het oog worden verloren dat de in artikel 126, eerste lid, WIB 1992, beoogde aanslagbasis, naast de beroe
psinkomsten van een echtgenoot, ook de gemeenschappelijke onroerende, roerende en diverse inkomsten van het gezin bevat (en zelfs de persoonlijke onroerende, roerende en diver
se inkomsten van de andere echtgenoot), noch dat de diverse toeslagen op de belastingvrije som in de regel slechts op een aanslagbasis worden toegerekend (artikel 134, tw
eede lid, WIB 1992) niettegenstaande ...[+++] beide echtgenoten normaliter de voorwaarden vervullen die op een dergelijke toeslag recht geven.
On ne peut, en effet, perdre de vue que la base imposable visée à l'article 126, alinéa premier, CIR 1992, comprend non seulement les revenus professionnels d'un des conjoints, mais aussi les revenus immobiliers, mobiliers et divers communs du ménage (et même les revenus immobiliers, mobiliers et divers personnels de l'autre conjoint), ni que les diverses majorations de la quotité exemptée ne sont, en général imputées que sur une seule base imposable (article 134, alinéa 2, CIR 1992) malgré que les deux conjoints remplissent normalement les conditions qui donnent droit à une pareille majoration.