« Art. 159 bis. Het leveren door een zorgverlener, met uitzondering van de verplegingsinrichtingen voor wat de opname in een verplegingsinrichting betreft, van het elektronische bewijs van het gebruik van de socia
le identiteitskaart overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besl
uit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van
...[+++] de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels en van de uitvoeringsbesluiten ervan, en de toepassing van de derdebetalersregeling overeenkomstig de verzekerbaarheidsgegevens die op de sociale identiteitskaart voorkomen geldt als betalingsverplichting door de verzekeringsinstelling van het gedeelte dat niet ten laste valt van de sociaal verzekerde, voor wat de geneeskundige verstrekking betreft die werd betaald volgens de derdebetalersregeling." Art. 159 bis. Le fait pour un dispensateur de soins, à l'exception des établissements hospitaliers en ce qui concerne l'admission hospitalière, d'apporter la preuve électronique de
l'utilisation de la carte d'identité sociale conformément aux dispositions de l'arrêté r
oyal du 18 décembre 1996 portant des mesures en vue d'instaurer une carte d'identité sociale à l'usage de tous les assurés sociaux, en application des articles 38, 40, 41 et 49 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la via
...[+++]bilité des régimes légaux des pensions et de ses mesures d'exécution, et l'application du régime du tiers-payant selon les données d'assurabilité figurant dans la carte d'identité sociale vaut obligation de paiement par l'organisme assureur de la partie non à charge de l'assuré social, pour la prestation de santé payée selon le régime du tiers-payant.